Probleem van Basisvertrouwen: verschil tussen versies
Pagina voorbereid voor vertaling |
|||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
<languages/> | |||
<translate> | <translate> | ||
'''Vertrouwen''' is niet tastbaar. Het ontstaat uit verwachtingen, herhaalde ervaringen, sociale signalen en de interpretatie van intenties. | '''Vertrouwen''' is niet tastbaar. Het ontstaat uit verwachtingen, herhaalde ervaringen, sociale signalen en de interpretatie van intenties. | ||
| Regel 4: | Regel 5: | ||
== Moeilijkheden bij laag-contextueel denken == | == Moeilijkheden bij laag-contextueel denken == | ||
* Moeite met het aanvoelen van intenties achter gedrag → interpretatie gebeurt vooral letterlijk. | * Moeite met het aanvoelen van intenties achter gedrag → interpretatie gebeurt vooral letterlijk. | ||
* Weinig tolerantie voor ambigue of inconsistente signalen → vertrouwen stort snel in bij afwijking. | * Weinig tolerantie voor ambigue of inconsistente signalen → vertrouwen stort snel in bij afwijking. | ||
| Regel 11: | Regel 13: | ||
== Voorbeelden == | == Voorbeelden == | ||
</translate> | |||
{{Casus|Een vriend antwoordt een keer niet op een bericht. | {{Casus|Een vriend antwoordt een keer niet op een bericht. | ||
De laag-contextuele persoon concludeert direct: “Hij heeft geen interesse meer.” | De laag-contextuele persoon concludeert direct: “Hij heeft geen interesse meer.” | ||
| Regel 17: | Regel 21: | ||
De laag-contextuele persoon ervaart dit enkel op dat moment. | De laag-contextuele persoon ervaart dit enkel op dat moment. | ||
Omdat er moeite is met tijdslijnen en het koppelen van gedrag over langere termijn, moet dit vertrouwen telkens opnieuw expliciet bevestigd worden.}} | Omdat er moeite is met tijdslijnen en het koppelen van gedrag over langere termijn, moet dit vertrouwen telkens opnieuw expliciet bevestigd worden.}} | ||
<translate> | |||
== Vertrouwen over tijd == | == Vertrouwen over tijd == | ||
In wezen bouwt vertrouwen zich op via: | In wezen bouwt vertrouwen zich op via: | ||
* patroonherkenning in gedrag over langere tijd, | * patroonherkenning in gedrag over langere tijd, | ||
| Regel 27: | Regel 33: | ||
== Verder == | == Verder == | ||
Zie ook [[Persoonlijkheidsstoornissen|persoonlijkheidsstoornissen]] voor de gevolgen van fragiel basisvertrouwen in de DSM-classificaties. | |||
Zie ook [[Special:MyLanguage/Persoonlijkheidsstoornissen|persoonlijkheidsstoornissen]] voor de gevolgen van fragiel basisvertrouwen in de DSM-classificaties. | |||
</translate> | </translate> | ||
Versie van 22 sep 2025 15:25
Vertrouwen is niet tastbaar. Het ontstaat uit verwachtingen, herhaalde ervaringen, sociale signalen en de interpretatie van intenties. Bij laag-contextueel denken is dit proces vaak bemoeilijkt, waardoor basisvertrouwen fragiel blijft.
Moeilijkheden bij laag-contextueel denken
- Moeite met het aanvoelen van intenties achter gedrag → interpretatie gebeurt vooral letterlijk.
- Weinig tolerantie voor ambigue of inconsistente signalen → vertrouwen stort snel in bij afwijking.
- Beperkte perspectiefwissel → moeilijk denken: “misschien bedoelde hij het niet zo.”
- Moeite met patroonherkenning over tijd → elke gebeurtenis staat meer op zichzelf.
- Verwachtingen worden niet vanzelf ingevuld → vertrouwen moet steeds opnieuw bevestigd worden.
Voorbeelden
De laag-contextuele persoon concludeert direct: “Hij heeft geen interesse meer.”
Er is geen ruimte om context te overwegen (druk, vergeten, andere prioriteit). Het vertrouwen stort meteen in.
De laag-contextuele persoon ervaart dit enkel op dat moment.
Omdat er moeite is met tijdslijnen en het koppelen van gedrag over langere termijn, moet dit vertrouwen telkens opnieuw expliciet bevestigd worden.
Vertrouwen over tijd
In wezen bouwt vertrouwen zich op via:
- patroonherkenning in gedrag over langere tijd,
- integratie van verleden, heden en verwachtingen voor de toekomst.
Omdat laag-contextuele personen moeite hebben met dit soort integratie, ervaren zij vertrouwen als iets dat steeds opnieuw hersteld moet worden. Basisvertrouwen komt daardoor moeilijk tot stand, en blijft kwetsbaar bij kleine verstoringen.
Verder
Zie ook persoonlijkheidsstoornissen voor de gevolgen van fragiel basisvertrouwen in de DSM-classificaties.