Denkspiegel-effect in de zorg: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 38: | Regel 38: | ||
Dit voorbeeld laat zien hoe verschillen in contextgevoeligheid tot ernstige misverstanden kunnen leiden, en hoe het denkspiegel-effect ook bij therapeuten een valkuil kan zijn.}} | Dit voorbeeld laat zien hoe verschillen in contextgevoeligheid tot ernstige misverstanden kunnen leiden, en hoe het denkspiegel-effect ook bij therapeuten een valkuil kan zijn.}} | ||
== Praktisch voorbeeld == | |||
{{Casus|Een patiënt/cliënt heeft een sociale fobie en durft niet naar buiten te komen. | |||
Zorgverlener A gaat er automatisch van uit dat dit komt door een traumatische ervaring in de jeugd, aangezien de moeder zware borderlinekenmerken vertoonde. | |||
Zorgverlener B daarentegen ziet een mogelijk erfelijk verband tussen borderline en laag-contextualiteit, en vermoedt dat de patiënt/cliënt zelf laag-contextueel is. | |||
Deze tweede zorgverlener stuurt de patiënt/cliënt door naar een multidisciplinair centrum voor diagnosestelling. | |||
Daar krijgt ze de diagnose ''autisme''. | |||
Dit toont hoe dezelfde klachten vanuit verschillende brillen geïnterpreteerd kunnen worden: trauma versus contextueel denken. | |||
Het denkspiegel-effect kan ertoe leiden dat de ene zorgverlener zijn eigen aannames projecteert, terwijl de andere rekening houdt met verschillen in denkstijl.}} | |||
== Conclusie == | == Conclusie == |
Versie van 16 sep 2025 11:46
<translate>
Het denkspiegel-effect in de zorg
Het denkspiegel-effect is de neiging om te veronderstellen dat de ander denkt zoals jijzelf. In de psychische zorgverlening kan dit leiden tot grote valkuilen.
Valkuil: projectie van denkstijl
- Zorgverlener hoog-contextueel → denkt dat patiënt/cliënt ook hoog-contextueel is.
Wanneer dit niet zo is, wordt afwijkend of letterlijk denken soms fout geïnterpreteerd als gevolg van trauma. - Zorgverlener laag-contextueel → verwacht lineair en letterlijk denken bij de patiënt/cliënt.
Wanneer de patiënt/cliënt hoog-contextueel denkt, kan diens nuance of indirecte communicatie verkeerd begrepen worden.
Laag-contextueel ≠ trauma
Een specifieke valkuil is dat laag-contextueel denken vaak wordt verward met trauma.
- Een patiënt/cliënt die heel letterlijk en detailgericht communiceert kan door een hoog-contextuele zorgverlener gezien worden als iemand die “afwijkend” denkt door een traumatische ervaring.
- In werkelijkheid kan dit voortkomen uit een structureel verschil in contextgevoeligheid, en dus niets te maken hebben met doorgemaakt trauma.
Pseudo-narcisme
Een andere misinterpretatie is pseudo-narcisme. Dit kan ontstaan wanneer een hoog-contextuele patiënt/cliënt wordt beoordeeld door een laag-contextuele zorgverlener.
- De patiënt/cliënt spreekt genuanceerd, gebruikt impliciete signalen en legt veel verbanden. Of hij/zij gebruikt humor/sarcasme die de zorgverlener totaal niet begrijpt.
- De zorgverlener verwacht concreet en direct taalgebruik.
Het resultaat: de patiënt/cliënt lijkt omslachtig of zelfingenomen, wat onterecht geïnterpreteerd kan worden als narcisme. In werkelijkheid gaat het om een verschil in denkstijl, niet om een persoonlijkheidsstoornis.
Voorbeelden
De hoog-contextuele zorgverlener verwacht nuance en denkt: “Dit moet een trauma zijn, hij associeert geluiden met nare ervaringen.” Maar in realiteit beschrijft de patiënt/cliënt gewoon letterlijk wat er gebeurt.
De verkeerde interpretatie kan leiden tot een onnodige traumadiagnose.
Voor zijn vriendin (laag-contextueel) is dit onaanvaardbaar: de deur stond open = bewijs dat hij respectloos is en haar niet echt liefheeft. Ze reageert met extreme uitspraken (“je bent een creep”, “ik haat je”), zonder oog voor de context of zijn intentie.
De man (hoog-contextueel) blijft rustig, excuseert zich, en legt uit dat het een vergissing was die niets zegt over zijn liefde of zorg. Hij probeert de situatie te relativeren, maar zijn nuance bereikt haar niet.
Stel dat dit koppel in therapie komt bij een laag-contextuele hulpverlener: die kan de uitleg van de vriendin overtuigend vinden (“de deur stond open, dus hij is fout”). Hierdoor wordt de rigiditeit van de vriendin bevestigd, en voelt de man zich nog meer miskend.
Dit voorbeeld laat zien hoe verschillen in contextgevoeligheid tot ernstige misverstanden kunnen leiden, en hoe het denkspiegel-effect ook bij therapeuten een valkuil kan zijn.
Praktisch voorbeeld
Zorgverlener A gaat er automatisch van uit dat dit komt door een traumatische ervaring in de jeugd, aangezien de moeder zware borderlinekenmerken vertoonde. Zorgverlener B daarentegen ziet een mogelijk erfelijk verband tussen borderline en laag-contextualiteit, en vermoedt dat de patiënt/cliënt zelf laag-contextueel is.
Deze tweede zorgverlener stuurt de patiënt/cliënt door naar een multidisciplinair centrum voor diagnosestelling. Daar krijgt ze de diagnose autisme.
Dit toont hoe dezelfde klachten vanuit verschillende brillen geïnterpreteerd kunnen worden: trauma versus contextueel denken.
Het denkspiegel-effect kan ertoe leiden dat de ene zorgverlener zijn eigen aannames projecteert, terwijl de andere rekening houdt met verschillen in denkstijl.
Conclusie
Het denkspiegel-effect is een structurele valkuil in de psychische zorgverlening. Door zich bewust te zijn van verschillen in contextgevoeligheid kunnen zorgverleners vermijden dat normaal variërende denkstijlen ten onrechte worden gezien als pathologisch of traumagerelateerd. </translate>