Persoonlijkheidsstoornissen: verschil tussen versies

Uit Context Thinking
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 31: Regel 31:
Vanuit contextdenken verschuift de focus van “afwijking” naar '''strategie''': veel PD-kenmerken zijn pogingen om houvast te vinden bij beperkte contextintegratie.  
Vanuit contextdenken verschuift de focus van “afwijking” naar '''strategie''': veel PD-kenmerken zijn pogingen om houvast te vinden bij beperkte contextintegratie.  
Dat verklaart terugtrekking (schizoïde), patroon-zoeken (schizotypische), emotionele ontregeling (borderline), transactioneel/egocentrisch reageren (antisociaal, narcistisch), vermijden (ontwijkende), afhankelijk organiseren (afhankelijk) en rigide controleren.  
Dat verklaart terugtrekking (schizoïde), patroon-zoeken (schizotypische), emotionele ontregeling (borderline), transactioneel/egocentrisch reageren (antisociaal, narcistisch), vermijden (ontwijkende), afhankelijk organiseren (afhankelijk) en rigide controleren.  
Het continuüm raakt aan [[Heel sterk eerstegraads denken]]: van rigiditeit via dwang naar psychotische belevingen.
Het continuüm raakt aan [[Heel sterk eerstegraads denken|heel sterk eerstegraads denken]]: van rigiditeit via dwang naar psychotische belevingen.
</translate>
</translate>

Versie van 16 sep 2025 14:19

<translate>

Definitie

Volgens de DSM is een persoonlijkheidsstoornis een duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat afwijkt van culturele verwachtingen. Het patroon is:

  • pervasief (in veel situaties aanwezig)
  • star (moeilijk aanpasbaar)
  • vroeg beginnend (adolescentie of vroege volwassenheid)
  • en veroorzaakt significante lijdensdruk of beperkingen in functioneren.

Herkadering vanuit contextdenken

Binnen dit project bekijken we persoonlijkheidskenmerken door de bril van complex denken. Contextblindheid en beperkingen in contextgevoeligheid kunnen veel PD-kenmerken verklaren als coping in een sterk contextafhankelijke maatschappij.

Cluster A — vreemd en excentriek

  • Paranoïde — sterk eerstegraads en wantrouwend interpreteren; complexe structuren worden vereenvoudigd tot “opzet” of “samenzwering”.
Casus
Sciensano, een onafhankelijke instelling van de Belgische overheid, gaf de richtlijnen uit inzake testing en quarantaine. Maar sommige zagen in Sciensano een ‘machtstructuur’ van de Belgische labo’s. Er werd gezegd dat Sciensano en de Belgische labo’s één geheel zijn, omdat Sciensano de kwaliteitscontrole doet van de labo’s. Sciensano doet inderdaad kwaliteitscontrole, maar ook als ‘onafhankelijke instelling’ van de overheid, niet van de labo’s zelf dus. Maar dat is al een stuk complexer, maar om dat te begrijpen heb je ‘geduld’ nodig, wat moeilijk is voor iemand die zich vooral beroept op ‘eerstegraads’ denken.


  • Schizoïde — terugtrekking uit sociale interacties als begrijpelijke reactie op een overweldigende, moeilijk te contextualiseren wereld.
  • Schizotypische — excentriek gedrag, magisch denken, ideeën van referentie. Bij beperkte contextintegratie worden toevallige patronen als betekenisvol gezien; dat ligt op een continuüm richting psychose.

Cluster B — emotioneel en onvoorspelbaar

  • Antisociale — egocentrisch/transactioneel denken kan leiden tot schending van regels wanneer de gevolgen voor anderen niet worden meegewogen. Dit is vaak onhandige coping, niet altijd intentionele “slechtheid”.
  • Borderline — zeer sterke emotionele respons met beperkte cognitieve empathie om die emoties te kaderen; moeite om de gepaste emotie te tonen in functie van de context.
  • Theatrale (histrionische) — nadruk op expressie zonder voldoende afstemming op situatie en publiek; emoties ogen “overdone” omdat contextintegratie hapert.
  • Narcistische — kwetsbare zelfwaardering wordt beschermd via grootheidsfantasie of superioriteit. Beperkte cognitieve empathie en een smalle contextfocus doen andermans signalen missen; dat lijkt kil of neerbuigend, maar is vaak een rigide coping om onvoorspelbaarheid te verminderen. Zie ook pseudo-narcisme als misinterpretatie bij mismatch van denkstijlen.

Cluster C — angstig en onzeker

  • Ontwijkende — vermijden als strategie wanneer context te complex of sociaal onvoorspelbaar voelt.
  • Afhankelijke — aansluiten bij iemand die “orde” in de complexiteit brengt; kan steunend of toxisch uitpakken afhankelijk van de partner (bv. bij een narcistische partner).
  • Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis — rigiditeit, perfectionisme en controle om de complexiteit voorspelbaar te maken. Verwant aan heel sterk eerstegraads denken.

Samenvatting

Vanuit contextdenken verschuift de focus van “afwijking” naar strategie: veel PD-kenmerken zijn pogingen om houvast te vinden bij beperkte contextintegratie. Dat verklaart terugtrekking (schizoïde), patroon-zoeken (schizotypische), emotionele ontregeling (borderline), transactioneel/egocentrisch reageren (antisociaal, narcistisch), vermijden (ontwijkende), afhankelijk organiseren (afhankelijk) en rigide controleren. Het continuüm raakt aan heel sterk eerstegraads denken: van rigiditeit via dwang naar psychotische belevingen. </translate>