Autism
The term context blindness was originally developed to describe the core problem of autism (Peter Vermeulen, 2011). Autistic individuals often have difficulty using contextual information when interpreting signals and events.
Autism in the DSM
In the DSM-5, autism is described as a disorder with:
- limitations in social communication and interaction
- limited, repetitive behaviors or interests
Important to emphasize: the DSM is a classification system, not an explanatory model. The label autism only describes a cluster of behaviors and experiences, but says nothing about the unique person.
A well-known saying summarizes this well: If you know one person with autism, you know one person with autism.
Although this is sometimes true, it is not a general rule. People with autism can also lie, for example — often as a coping mechanism to compensate for their context blindness.
Dit illustreert een bredere kritiek op de DSM-classificaties: ze creëren typetjes en clusters, maar vangen de complexiteit en uniciteit van de persoon niet.
Herkadering vanuit contextdenken
Binnen dit project zien we autisme niet louter als een stoornis, maar als een variant in denkstijl:
- lage contextgevoeligheid (sterk detailgericht, moeite met samenhang en impliciete signalen)
- sterktes in nauwkeurigheid en detailwaarneming
- kwetsbaarheden in relaties, flexibiliteit en basisvertrouwen
Voorbeelden van contextblindheid in autisme
- Letterlijke interpretatie van taal (“de trein heeft vertraging” → kijken naar het voertuig i.p.v. het uurrooster).
- Moeite om emoties van anderen te kaderen zonder expliciete uitleg.
- Overprikkeling door lawaai of sociale druk, omdat filteren van irrelevante prikkels moeilijk is.
Spectrum en overlap
Autisme vertoont overlap met andere contextgebonden kwetsbaarheden:
- persoonlijkheidsstoornissen (rigiditeit, basisvertrouwen)
- psychosen (wanneer overbelasting leidt tot realiteitsproblemen)
- depressie en burn-out (door voortdurende overcompensatie in een complexe wereld)
Conclusie
Autisme kan begrepen worden als een extreme vorm van laag-contextueel denken. Het classificeren als “stoornis” helpt in de zorgpraktijk, maar mag niet verward worden met een verklaring of met de persoon zelf. Elke persoon met autisme is uniek, met eigen sterktes, kwetsbaarheden en manieren om met context om te gaan.