Denkspiegel-effect in de zorg

Uit Context Thinking
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

<translate>

Het denkspiegel-effect in de zorg

Het denkspiegel-effect is de neiging om te veronderstellen dat de ander denkt zoals jijzelf. In de psychische zorgverlening kan dit leiden tot grote valkuilen.

Valkuil: projectie van denkstijl

  • Zorgverlener hoog-contextueel → denkt dat patiënt ook hoog-contextueel is.
    Wanneer dit niet zo is, wordt afwijkend of letterlijk denken soms fout geïnterpreteerd als gevolg van trauma.
  • Zorgverlener laag-contextueel → verwacht lineair en letterlijk denken bij de patiënt.
    Wanneer de patiënt hoog-contextueel denkt, kan diens nuance of indirecte communicatie verkeerd begrepen worden.

Laag-contextueel ≠ trauma

Een specifieke valkuil is dat laag-contextueel denken vaak wordt verward met trauma.

  • Een patiënt die heel letterlijk en detailgericht communiceert kan door een hoog-contextuele zorgverlener gezien worden als iemand die “afwijkend” denkt door een traumatische ervaring.
  • In werkelijkheid kan dit voortkomen uit een structureel verschil in contextgevoeligheid, en dus niets te maken hebben met doorgemaakt trauma.

Pseudo-narcisme

Een andere misinterpretatie is pseudo-narcisme. Dit kan ontstaan wanneer een hoog-contextuele patiënt wordt beoordeeld door een laag-contextuele zorgverlener.

  • De patiënt spreekt genuanceerd, gebruikt impliciete signalen en legt veel verbanden. Of hij/zij gebruikt humor/sarcasme die de zorgverlener totaal niet begrijpt.
  • De zorgverlener verwacht concreet en direct taalgebruik.

Het resultaat: de patiënt lijkt omslachtig of zelfingenomen, wat onterecht geïnterpreteerd kan worden als narcisme. In werkelijkheid gaat het om een verschil in denkstijl, niet om een persoonlijkheidsstoornis.

Voorbeelden

Casus
Een patiënt vertelt heel concreet: “Ik hoor ’s nachts een geluid en word wakker.”

De hoog-contextuele zorgverlener verwacht nuance en denkt: “Dit moet een trauma zijn, hij associeert geluiden met nare ervaringen.” Maar in realiteit beschrijft de patiënt gewoon letterlijk wat er gebeurt.

De verkeerde interpretatie kan leiden tot een onnodige traumadiagnose.


Casus
Een man vergeet ’s avonds laat de slaapkamerdeur te sluiten toen hij water ging halen.

Voor zijn vriendin (laag-contextueel) is dit onaanvaardbaar: de deur stond open = bewijs dat hij respectloos is en haar niet echt liefheeft. Ze reageert met extreme uitspraken (“je bent een creep”, “ik haat je”), zonder oog voor de context of zijn intentie.

De man (hoog-contextueel) blijft rustig, excuseert zich, en legt uit dat het een vergissing was die niets zegt over zijn liefde of zorg. Hij probeert de situatie te relativeren, maar zijn nuance bereikt haar niet.

Stel dat dit koppel in therapie komt bij een laag-contextuele hulpverlener: die kan de uitleg van de vriendin overtuigend vinden (“de deur stond open, dus hij is fout”). Hierdoor wordt de rigiditeit van de vriendin bevestigd, en voelt de man zich nog meer miskend.

Dit voorbeeld laat zien hoe verschillen in contextgevoeligheid tot ernstige misverstanden kunnen leiden, en hoe het denkspiegel-effect ook bij therapeuten een valkuil kan zijn.


Conclusie

Het denkspiegel-effect is een structurele valkuil in de psychische zorgverlening. Door zich bewust te zijn van verschillen in contextgevoeligheid kunnen zorgverleners vermijden dat normaal variërende denkstijlen ten onrechte worden gezien als pathologisch of traumagerelateerd. </translate>