Lexicon

Uit Context Thinking
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

<translate>

Lexicon

Dit lexicon bundelt kernbegrippen die regelmatig terugkomen in het project Context Thinking. De termen zijn gedefinieerd in de context van complex denken en contextgevoeligheid.

Transactioneel handelen

Bij laag-complex denken zie je vaak transactioneel handelen: "ik doe X, zodat jij Y doet". De nuance of de onderliggende wederkerigheid verdwijnt ten voordele van directe uitwisseling.

Transactioneel handelen betekent denken en handelen in termen van directe ruil: "als jij dit doet, dan doe ik dat". Het gaat om een lineaire, eerstegraads vorm van denken, met weinig ruimte voor impliciete context of nuance. In menselijke relaties leidt dit vaak tot grote misverstanden en verkeerde interpretaties van elkaars gedrag.

Mensen zijn immers geen objecten die volgens vaste regels reageren, maar unieke personen met emoties, herinneringen, verwachtingen en een eigen innerlijke wereld.

In een zakelijke context, zoals de onderhandelcultuur van bedrijven, kan transactioneel handelen daarentegen heel goed werken. Managers die deze denkstijl delen, spreken immers dezelfde taal, waardoor afspraken snel en duidelijk gemaakt kunnen worden.


Casus
Een laag-contextuele persoon geeft (terechte?) kritiek op de ander.

Later doet die ander iets onverwachts (bv. de afwasmachine niet leeggeruimd). De laag-contextuele persoon denkt: "dat is een reactie op mijn kritiek van daarnet".

Transactioneel: "Ik zeg iets → jij reageert daarop." Er wordt geen rekening gehouden met de context van de ander (vergeten, afgeleid, overwerkt…).


Casus
Een partner verwijt je ontrouw omdat hij/zij transactioneel redeneert: "jij doet iets → dat betekent X, want zo werkt dat bij mij".


Casus
Een vrouw zet de fietsbanden van haar man plat, zodat hij met de auto naar zijn werk moet. Daardoor neemt hij hun zoontje mee en hoeft zij hem niet naar school te brengen.


Egocentrisch denken

Egocentrisch denken is niet hetzelfde als egoïstisch zijn. Egoïsme kan er soms een gevolg van zijn, maar de kern ligt elders: een beperkt vermogen om context en gevolgen voor anderen mee te nemen in het denken.

Een persoon die laag-contextueel denkt heeft het moeilijk om:

  • de langetermijngevolgen van zijn/haar acties te zien
  • de gevoeligheden van anderen mee te wegen
  • de impliciete, complexe context van een situatie te begrijpen

Daarom vertrekt zo iemand vooral vanuit de eigen conclusies, een vorm van eerstegraads denken. De intenties kunnen goed zijn, maar de gevolgen worden vaak niet goed ingeschat.


Casus
"Ik passeer even met de kinderen naar het werk van mijn man, dat gaat hij immers leuk vinden."

De bedoeling is positief, maar er is geen rekening gehouden met de context:

  • de kinderen hebben autisme en verdragen geen lange autoritten, zeker niet in de spits
  • na een uur file komen ze volledig overprikkeld aan
  • de moeder is zelf ook overprikkeld en reageert emotioneel
  • de man moet zijn werk onderbreken om de situatie te redden
Het vertrekpunt was goed, maar het gebrek aan context maakt dat de gevolgen negatief zijn.



Casus
Je verheft je stem om aandacht te krijgen of je gelijk door te duwen.

Je beseft niet dat dit voor de ander onaangenaam is, noch dat je hierdoor mogelijk belangrijke informatie mist.

Op lange termijn leidt dit ofwel tot schreeuwgesprekken, ofwel tot vermijden van gesprekken.



Casus
Een ander midden in zijn/haar gesprek onderbreken omdat je zelf een idee hebt dat je nu wilt uitspreken. Het lijkt onschuldig, maar het negeert de gevoeligheden van de ander en kan leiden tot irritatie of afhaken.


Complex denken

Complex denken verwijst naar het vermogen om meerdere perspectieven, tijdslagen en gevolgen te integreren in de interpretatie van een situatie. Het vereist contextgevoeligheid, sociale intelligentie én zelfreflectie.

Graden van denken

  • 1ste graads denken (laag-complex denken): lineair denken over een situatie – bij geval A volgt B.
  • 2de graads denken: nadenken over hoe een ander denkt in een bepaalde situatie.
  • 3de graads denken: nadenken over hoe een ander denkt, die denkt over een derde persoon in een situatie.

Vanaf het 2de graads denken spreken we van complex denken.

Definitie samengevat

Complex denken is het vermogen om:

  • meerdere perspectieven tegelijk mee te nemen
  • verbanden te leggen tussen verleden, heden en toekomst
  • rekening te houden met gevolgen voor jezelf én voor anderen

Het is daarmee een vaardigheid die veel verder gaat dan puur intellectueel redeneren: het raakt ook empathie en zelfreflectie.

Terminologie

  • Complex denken = hoog-contextueel denken
  • 1ste graads denken = laag-complex denken
  • Het begrip complex denken in deze betekenis is geïntroduceerd door de auteur van dit project.

Theory of Mind

Theory of Mind (ToM) verwijst naar het vermogen om je voor te stellen wat een ander denkt, voelt of wil. Het is de cognitieve capaciteit om het mentale perspectief van anderen te begrijpen. ToM is verwant aan 2de- en 3de-graads denken: het gaat erom dat we beseffen dat anderen gedachten hebben die kunnen verschillen van de onze. Een beperkte Theory of Mind wordt vaak gezien bij autisme en draagt bij aan contextblindheid. </translate>