• Communiceer concreet en duidelijk. Vermijd impliciete hints of vage suggesties; leg uit wat je bedoelt.
  • Erken de sterke kanten. Benoem de efficiëntie of resultaatgerichtheid van je baas; dat schept vertrouwen.
  • Bewaar je eigen grenzen. Laat je niet meeslepen in overdreven caretaking.
  • Zoek context toe te voegen. Breng nuance in gesprekken, bied alternatieve perspectieven, en doe dit op een rustige en feitelijke manier.
  • Zoek steun. Bespreek situaties met collega’s of een vertrouwenspersoon, zodat je zelf niet overbelast raakt.